Een composthoop heeft vele pluspunten. Je hoeft minder afval weg te gooien en je hebt gratis compost om de grond van je tuin te verbeteren. Door compost te gebruiken wordt de bodem losser, waardoor water, lucht en voedingsstoffen de plantenwortels beter kunnen bereiken, en wordt op een natuurlijke manier de groei van planten gestimuleerd.
Compost activeert het bodemleven en ondersteunt de werking van (kunst)meststoffen. Door een flinke hoeveelheid rondom planten te strooien of door één keer per jaar de hele tuin met een dun laagje compost te bedekken en het door de bovenlaag te werken, ontstaat er een humusrijke tuingrond. Gebruik zelf gemaakte compost om nieuwe struiken en vaste planten te planten.
De beste tijd om met een composthoop te beginnen is in het voorjaar of in het begin van de zomer. Door hogere temperaturen zal het composteringsproces namelijk sneller op gang komen. Kies voor de composthoop het liefste een plaats, die enkele uren (ochtend)zon per dag krijgt. Maak de composthoop direct op de aarde. Bacteriën, regenwormen en schimmels kunnen dan makkelijker in de hoop doordringen.
Wat is
compost?
Compost is een meststof van dierlijke en plantaardige materialen, vermengd met
huis- en straatafval, die onder ideale vocht- en temperatuurcondities worden
omgezet. Dit proces heet dan ook composteren en bestaat uit twee fases.
In de eerste fase ontstaat er warmte, de zogenaamde broei, die wordt veroorzaakt door bacteriën, die voor de afbraak van het organische materiaal zorgen. De temperatuur kan daarbij tot zo’n 60 graden Celsius oplopen, waardoor ziektekiemen, onkruiden en zaden worden gedood. Door regelmatig op diverse plekken met een beluchtingsstok of riek in de hoop te prikken of door hem tussentijds met een riek om te scheppen kan dit proces enigszins worden versneld.
In de tweede
fase koelt de materie af en zal de hoop een beetje in elkaar zakken. Nu komen
de wormen, insecten en dergelijke meehelpen door het materiaal te verteren. Dit
is het moment, dat de rijping begint en de composthoop vochtig gehouden moet
worden, maar toch ook met bijvoorbeeld folie tegen regen moet worden beschermd.
Als de hoop te nat wordt, zal er geen voldoende zuurstof meer aanwezig zijn en
zal de boel gaan rotten, stinken en onbruikbaar worden als meststof voor plant
en struik. Is de hoop daarentegen te droog, dan zal hij langzamer composteren.
Door warm weer kan de massa vrij droog worden. Begiet de hoop dan met wat
(regen)water.
Als de compost goed gerijpt is, is het gebruikte materiaal nog nauwelijks
herkenbaar en zal de kleur bruin tot bruinzwart zijn. Ook ruikt het naar
bosgrond. De hele procedure zal afhankelijk van de verzorging en de
weersomstandigheden ongeveer 6 tot 9 maanden duren.
Hoe
composteren?
Het ligt er natuurlijk aan hoeveel ruimte er voorhanden is. In een grote tuin
kan uit het zicht op een verloren stuk grond een flinke composthoop worden
aangelegd. Hierbij kan worden gebruikgemaakt van een afscheiding van paaltjes
en gaas, maar ook een houten of een stenen opsluiting voldoet prima. De
composthoop mag niet breder dan 1½ meter en niet hoger dan 1 meter zijn. Ooit
werd aangeraden de composthoop in de schaduw op te zetten; tegenwoordig mag het
ook in de zon. In een kleine tuin zal de compostcontainer (te koop bij
tuincentra) een betere oplossing zijn. Hij misstaat nergens en kan overal worden
geplaatst. Zelf als er geen vrij stukje tuin is, kan er toch worden
gecomposteerd met behulp van een wormenbak. Die kan in een schuur, garage of op
een balkon worden gezet.
Wat
composteren?
Een composthoop bestaat uit laagjes van ongeveer 20 centimeter te verteren
materiaal. Hoe luchtiger en hoe fijner dit is, des te sneller zal het
composteren. Een composthoop ontwikkelt zich het beste als het te composteren
materiaal wordt afgewisseld. Dit voorkomt ook, dat het geheel te compact wordt.
Begin met een 10 centimeter dikke laag van luchtig materiaal, zoals takken,
takjes, houtsnippers en houterige stengels, gevolgd door composteerbare
materialen. Het beste is om eerst met een laagje kant-en-klare compost te
beginnen. Ook kan er een speciale compoststarter worden gebruikt.
Er zijn twee soorten brandstof: droge stoffen, zoals afgevallen bladeren, hout
en stro, en verse, groene stoffen, zoals onkruid, gras en keukenafval als
fruitschillen en dergelijke. Allemaal met voedingsstoffen, die nodig zijn voor
een optimaal composteringsproces.
Om ervoor te zorgen dat de composthoop voldoende zuurstof krijgt, moet fijn
afval als grasmaaisel eerst met grof materiaal, bijvoorbeeld stro, worden
vermengd, voordat het aan de composthoop kan worden toegevoegd. Breng steeds dunne
lagen – niet meer dan zo’n 20 centimeter – van afwisselende materialen aan en
bedek die met een dunne laag grond. Tuinafval verteert sneller als het in
kleine stukken is geknipt. Versnipperd tuinafval neemt ook minder ruimte in
beslag. Om het verteringsproces sneller te laten verlopen kan er afwisselend
tussen de lagen activator (verse koemest, rijpe compost of kant-en-klare
activator) en kalk om verzuring tegen te gaan worden gestrooid.
Afvalsoorten
die goed kunnen worden gebruikt, zijn: schillen van fruit, rauwe groenteresten,
eierschalen, doppen van noten, theezakjes (zonder nietje), koffiedik, gemaaid
gras (niet te nat), bladeren, tuinaarde, potgrond, zand.
In beperkte mate: aardappelschillen, schillen van citrusfruit, zaagsel, houtas,
bloemen, kamerplanten, onkruid en stro.
Absoluut niet: gekookte etensresten, visgraten, botjes, zieke planten, oud
brood, kaas, houtskool, peuken, huisdierenpoep, kattenbak- en vogelkooikorrels,
wol, watten, vodden.
Papier kan ook beter niet worden gebruikt, ondanks dat het een hoog percentage
lignine (houtstof) bevat. Het duurt te lang, voordat het helemaal is omgezet.
Wordt het toch gebruikt, dan moet het worden natgemaakt om beter te verteren.
Doe ook geen wortelonkruiden, zoals kweek en zevenblad, op de composthoop en
ook onkruid dat door zaden wordt verspreid, kan beter niet worden gebruikt. De
temperatuur in de composthoop loopt soms niet hoog genoeg op om alle onkruiden
en zaden te verteren.
De composthoop moet goed vochtig zijn. Meestal is hij dat wel, want in organisch materiaal zit van nature veel vocht. Om dit te toetsen: pak een handvol materiaal van de composthoop en knijp er goed in. Als er enkele druppels vocht tussen de vingers doorlekken, is het goed. Als de hoop te nat is, kan droog materiaal worden toegevoegd en luchtig worden omgeschept, zodat het vocht kan verdampen. Ook als de hoop te droog is, kan hij met wat (regen)water worden bevochtigd. Uitdroging wordt voorkomen door een flinke laag stro of een jutezak op de composthoop te leggen.
Wormenbak
Een wormenbak is te koop, maar ook zelf te maken. Een wormenbak is een gesloten
systeem, bestaande uit een deksel met ventilatie en een of meer
(plastic)bakken, waarvan minstens één bak met een geperforeerde bodem en één
onderaan als een reservoir met een kraantje. Zet een wormenbak in de schuur of
garage. Let er wel op, dat de temperatuur niet extreem hoog of laag wordt. De
compostworm voelt zich het beste bij temperaturen tussen 15 en 25 graden
Celsius.
Niet elke worm komt in aanmerking voor de wormenbak. Alleen de mestpier (Eisenia
foetida) is geschikt voor compostering; de regenworm (Lumbricus
terrestris) overleeft niet in een wormenbak. Compostwormen zijn te
koop bij commerciële wormenkwekers, in hengelsportwinkels of zijn gewoon in de
composthoop van buurvrouw of -man te vinden.
Leg voor het opstarten onder in de bovenste bak een laagje halfverteerde compost, waarin zich wormen en andere afbraakorganismen moeten zitten. Gooi keukenafval er dagelijks in een dunne laag bovenop. Het duurt wel een aantal weken, voordat de wormen het nieuw toegevoegde materiaal beginnen te verteren. Ze eten namelijk geen vers afval; eerst moet er een bacteriële omzetting plaatsvinden. Voeg af en toe wat papiersnippers toe als ideaal nestmateriaal voor de wormen. Ze houden niet van licht. Sluit de wormenbak dus steeds af.
Wie niet kan of wil composteren, kan natuurlijk compost kopen. Een nadeel van gekochte compost is, dat je niet weet wat er allemaal in zit. Soms wordt compost vermengd met rioolslib en daarin kunnen weleens zware metalen voorkomen. Koop bij voorkeur gecertificeerde compost.
Compost kun je vooral bij nieuwe graszoden goed gebruiken, door een laag compost onder de graszoden te leggen, dus voordat de nieuwe graszoden gelegd worden.
Compost gebruik je vooral in de herfst door de gehele tuin heen. Dus rond de planten maar ook over het gras strooien.